Schijndel
Is een plaats en gemeente in de Nederlandse provincie Noord-Brabant, gelegen in de Meierij van 's-Hertogenbosch. De gemeente bestaat daarnaast uit het kerkdorp Wijbosch, dat tegen de bevolkingskern van Schijndel ligt en gedeeltelijk is vastgegroeid. Vanaf 1 januari 2017 zal Schijndel, samen met Sint-Oedenrode en Veghel, opgaan in de nieuwe gemeente Meierijstad.
Economische ontwikkeling
Als er iets typerend is voor de economie van Schijndel is dat de eeuwenoude traditie van hopteelt. Het is deze teelt die Schijndelaren de bijnaam Skèndelse Hopbel gaf.Reeds rond 1400 is er sprake van hopteelt in Schijndel. Deze teelt was zwaar, maar loonde blijkbaar de moeite. Door de eeuwen heen blijft er in Schijndel sprake van hopkuilen en vanaf de achttiende eeuw staat het dorp bekend om de teelt van hop. Vanaf 1755 werd de hop in grote hopwagens gewogen. Schijndel telde toen zeven brouwerijen. In de 20e eeuw was de hopteelt in Schijndel compleet verdwenen. In 2004 werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de herinvoering van de hopteelt. In 2005 is er een proefveld aangelegd. Een deel van de hop wordt gebruikt door de plaatselijke brouwerij Sint Servattumus.
- Naast hopteelt kende Schijndel vanaf het begin van de 19e eeuw de klompenmakerij als economisch bestaansmiddel. Deze klompenindustrie was mogelijk vanwege de aanwezigheid van de vele populieren, waarvan het hout werd gebruikt. Ook enige leerlooiersactiviteit kwam voor. Omstreeks 1925 telde Schijndel nog 64 klompenmakers, maar toen kwamen ook de fabrieken op die de klompen machinaal vervaardigden. Klompenmakerij Van Kaathoven is nog een dergelijke fabriek, die ook te bezichtigen is.
- In dezelfde periode begon voorzichtig de eerste industrievestiging in Schijndel. In 1871 begon Antonius Bolsius een blekerij van bijenwas te Schijndel. Deze groeide uit tot de kaarsenfabriek Bolsius.
- De kousenfabriek van Jansen de Wit, geopend in 1915, vormde ooit een van de grootste werkgevers in Schijndel. Het Jansenpark herinnert hier nog aan. In de jaren 70 van de 20e eeuw ging het steeds slechter met het bedrijf en in 1985 sloot deze fabriek definitief en de gebouwen werden gesloopt.
- De steenfabriek aan de Molenheide, heeft bestaan van 1898-1930 en in de hoogtijdagen werkten er 150 mensen. De daarbij ontstane leemkuilen werden in de daaropvolgende jaren in het kader van de werkverschaffing tot een openluchtzwembad omgebouwd.
- De vestiging van industrie zorgde er voor, dat Schijndel matig begon te verstedelijken aan het begin van de 20e eeuw. In 1930 was reeds meer dan de helft van de inwoners van Schijndel de landbouw niet meer toegedaan en vormde Schijndel met buurgemeente Veghel een van de meest geïndustrialiseerde gemeenten van Oost-Brabant.
- Wederzijdse belangen zorgden voor een goede samenwerking tussen Schijndel en Veghel, waaraan men refereerde met de benaming De twee-eenheid. Schijndel en Veghel delen nog altijd veel industriële en infrastructurele (A50) belangen en vormen met hun nabijgelegen industrieterreinen een belangrijke bron van werkgelegenheid. (Bron: Aan de torens en koepel kent men Uden, Frans Govers, 2004)