Urk
Is een voormalig eiland en huidige gemeente in Nederland. Met 19.792 inwoners (31 maart 2015, bron: CBS) op een oppervlakte van circa 11,54 km² (en 98,36 km² water) is Urk qua oppervlakte de kleinste gemeente van de Nederlandse provincie Flevoland. Tot het gereedkomen in 1939 van de dijk die Urk met Lemmer verbond, was Urk een eiland in het IJsselmeer, de voormalige (tot de afwerking van de Afsluitdijk in 1932) Zuiderzee. In 1942 werd de Noordoostpolder drooggemalen, maar voor de inwoners van Urk leeft het eilandgevoel nog steeds; men woont bijvoorbeeld niet in Urk maar op Urk.
Urk kan worden omschreven als de meest kerkelijke gemeente van Nederland. Het is een zeer hechte en gesloten gemeenschap. Het plaatselijke dialect, het Urkers, is nog buitengewoon vitaal en wijkt veel af van de andere dialecten uit de omgeving. Urk heeft ook zijn eigen volkslied. Het Urker volkslied wordt voornamelijk gezongen tijdens de jaarlijkse aubade op Koningsdag en overige officiële gelegenheden. Urk heeft heden ten dage verreweg de grootste vissersvloot en visverwerkende industrie van Nederland.
Economie
De belangrijke economische pijler van het dorp is de visserij. Van oudsher waren de Urkers aangewezen op de visserij en, in mindere mate, op de landbouw om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Armoe was troef want de visserij was niet altijd succesvol. De visserij was ook gevaarlijk. Bij het vissersmonument staan de namen van alle verdronken vissers vermeld.
De kentering voor Urk kwam met de afsluiting van de Zuiderzee in 1932. De Afsluitdijk maakte voorgoed een einde aan de Zuiderzee en ook de dagen van het eiland Urk waren geteld. De zoute Zuiderzee werd een zoet IJsselmeer en volgens de deskundigen zou het met de visserij op Urk wel gauw zijn afgelopen. Het IJsselmeer bood immers te weinig ruimte om iedereen een plaats te bieden voor de uitoefening van visserij en de Noordzee zou eveneens onbereikbaar worden omdat Urk vrijwel midden in Nederland lag.
Die verwachting is niet uitgekomen. Het wordt wel 'het Wonder van Urk' genoemd. De Urkers gingen op de Noordzee vissen en er werden grotere kotters gebouwd. De visafslag van Urk groeide gestaag. Tot eind jaren zeventig werd de vis nog veelal aangevoerd via de Urker haven. Na die tijd werden de kotters te groot om over het IJsselmeer naar de thuishaven te komen en werd de vis per vrachtwagen vanuit zeehavens als IJmuiden, Harlingen, Delfzijl en Lauwersoog aangevoerd om op Urk te worden verhandeld. Rond de visafslag groeide een enorme visverwerkende industrie. De boomkor bracht Urk grote welvaart, de schepen werden groter, het motorvermogen steeg. In 1974 werd bijna tweemaal zoveel platvis gevangen als in 1966.
De vangstbeperkingen begonnen in 1975 (quota). Door de quota en de gestegen brandstofprijzen is de winstgevendheid van de boomkorvisserij sterk teruggelopen.
Doordat de gemiddelde gezinsgrootte op Urk veel groter is dan het landelijk gemiddelde lag in 2006 het gemiddelde gezinsinkomen 16% onder het landelijk gemiddelde. Daarmee was Urk in 2006 op papier de armste gemeente van Nederland. De werkloosheid ligt veel lager dan het landelijke gemiddelde. In december 2010 had 1% van de bevolking een WW-uitkering, tegenover 2,4% landelijk.
Urk is al jarenlang de gulste gemeente van Nederland. In 2008 werd per huishouden 52,64 euro uitgegeven aan goede doelen. Dit in contrast met Amsterdam, waar de donaties per huishouden dat jaar bleven steken op 0,59 euro.